do 30 september 2021

Vakantiegeld en overwerkbeloning

Een chauffeur claimt bij zijn ex-werkgever een bedrag van meer dan € 9.000 aan te weinig betaald loon tijdens vakantieverlof. Bij de berekening van vakantiegeld was de beloning voor structureel overwerk immers niet meegenomen. Volgens de ex-werkgever hoefde dat ook niet, omdat de chauffeur vrijwillig had aangegeven dat hij wilde overwerken. Hoe oordeelt de rechter?

Hoofdregel
De vergoeding voor overwerk maakt geen deel uit van het loon dat tijdens de vakantie moet worden doorbetaald, tenzij:

  1. de gemaakte overuren voortvloeien uit een verplichting op grond van de arbeidsovereenkomst,
  2. de werknemer op regelmatige basis overuren maakt, en
  3. de vergoeding van de overuren een belangrijk onderdeel vormt van de totale vergoeding die de werknemer voor zijn beroepsactiviteit ontvangt.

Verplichting
Partijen zijn het erover eens dat op grond van de arbeidsovereenkomst, het personeelshandboek en de CAO overwerk niet verplicht was. Ook zijn partijen het erover eens dat er pas sprake was van overwerk als de werkzaamheden op weekbasis méér dan 40 uur bedroegen, dat iemand in beginsel niet hoefde over te werken als hij dat niet wilde, dat werknemers bij de werkgever konden aangeven of zij wel of niet wilden overwerken en dat de chauffeur had aangegeven dat hij wilde overwerken.

Toch vindt de rechter dat het door de chauffeur verrichte overwerk verplicht was, en dus niet vrijwillig. Volgens de werkgever hield de planner er rekening mee als een chauffeur wilde overwerken, want dan werd deze chauffeur voor meer uren dan 40 uur per week ingeroosterd. Doordat het werd ingeroosterd is het overwerk volgens de rechter opgedragen werk geworden, en dus wel degelijk verplicht. Dit overwerk ontstond immers gedurende de uitvoering van de werkzaamheden en werd direct aansluitend daaraan verricht. De chauffeur kon niet na het einde van zijn werktijd van 40 uur per week stoppen met zijn werkzaamheden en naar huis gaan, want dat zou inhouden dat hij zijn werkzaamheden niet afmaakte en er dus in feite sprake zou zijn van werkweigering. Gelet hierop was het willen verrichten van overwerk dus wel vrijwillig, maar is het overwerk verplicht geworden doordat het werd ingeroosterd en er geen mogelijkheid was om na de werkweek van 40 uur te stoppen met werken.

Regelmatige basis
Volgens de chauffeur werkte hij structureel, dus regelmatig over. Dit blijkt ook wel uit de overzichten van de werkgever, want in alle periodes van vier weken werd overwerk verricht. Het overwerk fluctueert weliswaar per periode en is geen één periode hetzelfde, maar het overwerk is bijna altijd meer dan 50 uur per periode en vaak tussen de 70 en 90 uur per periode. Zelfs in een periode dat vakantie werd opgenomen of sprake was van ziekte, is nog overwerk verricht, zodat er al met al sprake was van het maken van overuren op regelmatige basis.

Belangrijk onderdeel totale vergoeding
Uit de overgelegde salarisspecificaties blijkt dat de overwerkvergoeding een wezenlijk onderdeel van het salaris van de chauffeur was, zodat deze ook een belangrijk onderdeel vormde van de totale beloning.

Oordeel rechter
De conclusie is dat de vergoeding van gemaakte overuren deel uitmaakt van het loon waarop de chauffeur recht had voor opgenomen vakantieverlof.

Let op: Regelmatig overwerk waaraan de werknemer zich niet kan onttrekken omdat het is ingeroosterd en waarvoor de vergoeding een wezenlijk onderdeel is van zijn totale beloning, dient bij de bepaling van het vakantiegeld te worden meegenomen.